Ouders maken zich zorgen over internetrisico’s voor hun kinderen

1396955_49065589

Meer dan 50% van de Nederlandse jonge kinderen zit gemiddeld een uur per dag op het internet waarbij ruim 70% op een of andere manier gebonden is aan spelregels van ouders. Op YouTube filmpjes bekijken, is veruit favoriet bij jonge kinderen. Waar 52% van de kinderen aangeeft dat ze voldoende uitleg krijgen van hun ouders, geeft 40% van de kinderen aan dat ze niet goed begrijpen hoe het internet werkt en wat je allemaal op het wereldwijde web kan doen. Dit zijn de uitkomsten van het nationale onderzoek van onderzoeksbureau Qrius naar de eerste stappen van kinderen in de digitale wereld in opdracht van cybersecuritybedrijf Kaspersky Lab.

Bewustzijn gaat gepaard met grote zorgen

Daar waar 84% van de ouders aangeeft dat hun kind geen vervelende ervaringen op internet heeft gehad, vertelt 11% van de kinderen dat ze wel eens iets hebben meegemaakt dat ze echt vervelend vonden. Dat varieert van een eng filmpje zien, een pesterij of vreemde mensen die rare dingen vragen om te doen. Het bewustzijn van internetrisico’s is groot onder ouders. 66% van de ondervraagde opvoeders meldt dat de kans bestaat dat hun kind nare ervaringen opdoet in de digitale wereld. Ouders maken zich vooral zorgen over het moment dat ze zelf geen toezicht meer kunnen houden op het digitale mediagedrag van hun kinderen. Zo ziet 68% risico’s als hun kind in de toekomst in de bovenbouw van het onderwijs zit. Daarbij is hun hoop gevestigd op begeleiding van juffen en meesters. Tegelijkertijd leert het onderzoek dat kinderen nog relatief weinig dingen voor school doen op het internet. 80% van de kinderen doet heel af en toe of nooit iets voor school op het internet.

“Wat opvalt in het onderzoek is dat deze jonge kinderen heel enthousiast zijn om het internet op te gaan, maar dat bij ouders veel zorgen leven. Zij vinden het niet prettig om hun kinderen op dat grote, wereldwijde web los te laten. Het is dan ook niet voor niets dat 53% van de kinderen niet alles mag doen en dat 14% zelfs alleen samen met één van hun ouders het internet op mag”,  vertelt Paul Sikkema, onderzoeksleider van Qrius. “We moeten ons wel zorgen maken over de 28% van de kinderen die alles alleen mag doen op het internet. Ook omdat het onderzoek ons leert dat kinderen grenzen willen verleggen en dat 40% van de kinderen zelf nog niet helemaal begrijpt wat allemaal mogelijk is in de digitale wereld.”

22% van de kinderen doet wel eens dingen op het internet die hun ouders niet mogen weten, zo vertellen de kinderen zelf. Dat is voornamelijk het bekijken of op internet zetten van ongeoorloofde filmpjes.

Meer actie nodig om zorg bij ouders weg te nemen

Martijn van Lom, General Manager Kaspersky Lab Benelux: “Het is goed dat ouders zich bewust zijn van de internetrisico’s die hun kinderen lopen en dat het merendeel daar adequate maatregelen voor neemt. Tegelijkertijd moeten we ouders beter helpen om hun zorgen te verminderen. Zowel het bedrijfsleven als het onderwijs moeten daarvoor de juiste instrumenten aandragen. Dat kunnen vanuit onze kant uiteraard technische maatregelen zijn zoals ons Safe Kids programma of het verspreiden van een gratis kinderboek onder alle scholen in ons land. Maar ook het onderwijs moet ouders helpen hun kinderen veilig wegwijs te maken in de digitale wereld. Ouders zijn simpelweg niet in staat om altijd een oogje in het zeil te houden.”

Meer over
Lees ook
Metadata van telefoongesprekken blijkt eenvoudig te manipuleren

Metadata van telefoongesprekken blijkt eenvoudig te manipuleren

Telecomproviders zijn al jaren verplicht te registreren wie met wie communiceert. Opsporingsinstanties en inlichtingendiensten kunnen deze informatie gebruiken om de activiteiten van verdachten in kaart te brengen. Het blijkt echter kinderlijk eenvoudig te zijn om vervalste informatie in de databases van telecomproviders te krijgen. Dit kan er dan1

'Concrete cyberdreigingen hebben veel meer impact dan waarschuwingen'

'Concrete cyberdreigingen hebben veel meer impact dan waarschuwingen'

Directe dreigingen hebben een aanzienlijk grotere impact op gebruikers dan andere tactieken zoals waarschuwingen over kwetsbaarheden. Door tactieken van cybercriminelen te hanteren kunnen beveiligingsonderzoekers gebruikers dan ook laten schrikken en hen via deze weg motiveren hun beveiliging te verbeteren. Concrete bedreigingen hebben dus meer im1