Nederlandse politie hoeft geen openheid te geven over gebruik spionagesoftware

De Nederlandse politie is niet verplicht meer informatie openbaar te maken over het gebruik van spionagesoftware. Dit oordeelt de Raad van State.

Privacyorganisatie Bits of Freedom vroeg eerder via de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) informatie op over het gebruik van spionagesoftware door de Nederlandse politie. Een deel van de opgevraagde informatie werd door de politie vrijgegeven. Bits of Freedom wil echter inzicht in meer informatie en stapte naar de rechter om de politie te dwingen meer informatie openbaar te maken.

'Openbaarmaking kan onderzoeken belemmeren'

De rechter stelde in 2016 Bits of Freedom in het gelijk en oordeelde dat de politie meer informatie moest vrijgegeven over het gebruik van spionagesoftware. De politie ging tegen deze uitspraak in beroep bij de Raad van State. De hoogste bestuursrechter oordeelt nu dat de politie de opgevraagde documenten niet hoeft vrij te geven. Dit aangezien openbaarmaking van sommige data onderzoeken naar strafbare feiten kan belemmeren.

De uitspraak van de Raad van State is hier te vinden.

Meer over
Lees ook
'Telecomproviders moesten van de Britten kiezen voor een zwakkere encryptie'

'Telecomproviders moesten van de Britten kiezen voor een zwakkere encryptie'

De eerste versie van het gsm-protocol, A5/1, is voorzien van een zwakkere encryptie dan oorspronkelijk de bedoeling was. De Britse geheime dienst GCHQ zou alle betrokken providers hiervoor flink onder druk hebben gezet. Dit stelt Peter van der Arend, die voor het Nederlandse PTT meewerkte aan het ontwerp van het protocol, in een interview met de1