Minister Koenders: ‘Nederland moet zich beter wapenen tegen cyberaanvallen’

bert-koenders

Om zich te wapenen tegen de groeiende dreiging van cyberaanvallen van buitenlandse overheden en cybercriminelen moet Nederland meer werk maken van zowel diplomatie, defensie als ontwikkelingssamenwerking. Ook moet het internationale recht geschikt worden gemaakt voor de hedendaagse digitale wereld.

Dit meldt minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken in de Internationale Cyberstrategie die naar de Tweede Kamer is gestuurd. “Nederland wil een veilig, vrij en open internet. Dat is niet vanzelfsprekend. We moeten onze vitale infrastructuur (o.a. overheid, energiesector, banken) beschermen tegen cyberaanvallen. Daarom moeten we een verbond smeden met landen, internationale organisaties, de IT-gemeenschap, academici en maatschappelijke organisaties”, aldus minister Koenders.

Nieuwe vraagstukken

In de brief waarin de Internationale Cyberstrategie aan de Tweede Kamer wordt aangeboden schrijft minister Koenders: “De wereld om ons heen verandert in snel tempo. Zowel in economisch als in geopolitiek opzicht. Machtsverhoudingen verschuiven, nieuwe grootmachten zoals China winnen aan invloed. De wereld is complexer en onvoorspelbaarder geworden. Dat levert nieuwe kansen en dreigingen op. Technologische ontwikkelingen brengen nieuwe vraagstukken met zich mee. Door internet zijn we mondiaal steeds nauwer met elkaar verbonden. Dat is een groot goed. Tegelijkertijd vormen digitale dreigingen een van de grote veiligheidsdreigingen van deze tijd.”

“Een veilig, vrij en open cyberdomein is dan ook geen vanzelfsprekendheid. Het vergt continue investering. We moeten daar, in de snel veranderde wereld om ons heen, hard aan werken. Samen met andere landen, internationale organisaties, private partijen, de technische gemeenschap, academici en maatschappelijke organisaties. ‘Bruggen slaan’ is ook in het internationaal cyberbeleid het devies. Een veilig, vrij en open cyberdomein begint en eindigt niet bij onze landsgrenzen of bij de buitengrenzen van de Europese Unie.”

‘Nederland kan doelwit worden van digitale sabotage’

Koenders meldt ook dat steeds meer staten (militaire) cybercapaciteiten ontwikkelen. De minister noemt het dan ook ‘voorstelbaar’ dat wanneer Nederland betrokken raakt bij oplopende geopolitieke spanningen of een internationaal conflict, zij doelwit kan worden van digitale sabotage of andere ernstige cyberaanvallen.

In de Internationale Cyberstrategie zet het kabinet in op zes terreinen: economische groei en ontwikkeling van het internet, effectieve internetgovernance, versterking van cybersecurity, bestrijding van cybercrime, internationale vrede, veiligheid en stabiliteit, en rechten en internetvrijheid.

Meer over
Lees ook
Bestrijders cybercriminaliteit presenteren eerste veiligheidsjaarverslag

Bestrijders cybercriminaliteit presenteren eerste veiligheidsjaarverslag

KPN, het NCSC (Nationale Cyber Security Centrum), Team High Tech Crime Unit van de politie en TNO hebben gezamenlijk het rapport  'Cyber Security Perspectives 2013' uitgebracht.  De vier organisaties die een belangrijke rol spelen bij de bestrijding van cybercriminaliteit schetsen hierin een beeld over de digitale veiligheid in Nederland. Deze wee1

Hackers misbruiken onwaakzaamheid over bekende kwetsbaarheid in netwerktijdprotocol

Hackers misbruiken onwaakzaamheid over bekende kwetsbaarheid in netwerktijdprotocol

Sommige kwetsbaarheden worden zo weinig misbruikt dat eigenlijk niemand er aandacht aan besteed. Een voorbeeld hiervan is NTP-servers. Cybercriminelen hebben onverwachts een flinke hoeveelheid aanvallen op netwerktijdprotocol (NTP)-servers uitgevoerd, waardoor zij allerlei servers van grote bedrijven konden neerhalen. Symantec meldt een plotselin1

Rechter oordeelt over nalatigheid bij fraude met internetbankieren

Rechter oordeelt over nalatigheid bij fraude met internetbankieren

De nieuwe uniforme veiligheidsregels voor online bankieren moeten duidelijkheid geven. Financieel consulent Peter Beszelsen waarschuwde echter in een column in De Telegraaf dat slachtoffers van fraude met internetbankieren voortaan zelf moeten bewijzen dat zij zich aan de regels van banken hebben gehouden. Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloe1