Nederlandse Orde van advocaten: ‘Plasterk gaat te ver met afluisterbeleid’
Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties probeert met zijn nieuwe afluisterbeleid de wet te omzeilen. Dit stelt de Nederlandse Orde van advocaten. De orde slaat alarm over het spionagebeleid van de minister dat het mogelijk moet maken telefoongesprekken en e-mailverkeer op grotere schaal af te tappen. De minister gaat volgens de orde met zijn nieuwe beleid te ver.
“Terwijl de minister wordt teruggefloten door rechters dat hij over de randen van de wet gaat, kondigt hij plannen aan voor meer bevoegdheden voor geheime diensten. Dat is op z'n minst onlogisch. Je kunt niet zelf de wet overtreden omdat je boeven wil vangen,” zegt Bert Fibbe van de beroepsorganisatie voor advocaten tegenover het AD.
Wetsvoorstel
De Nederlandse Orde van advocaten reageert op het wetsvoorstel dat donderdag door Plasterk werd gepresenteerd. Plasterk wil geheime diensten meer bevoegdheden gaan geven om telefoongesprekken en e-mailverkeer af te tappen. Dit moet helpen in de strijd tegen terroristen. Hiervoor is overigens wel toestemming nodig van de minister, maar worden verzoeken niet vooraf getoetst door een rechter.
De orde wijst op de uitspraak van een rechter slechts één dag voor de presentatie van het wetsvoorstel, waarin de AIVD wordt teruggefloten en gesprekken tussen advocaten en clienten niet meer mag afluisteren. “Plasterk gaat te ver,” oordeelt Fibbe. “Niet alleen advocaten en hun cliënten, maar alle burgers dreigen slachtoffer te worden van dit beleid. Plasterk blijft nu alleen maar binnen de wet als de rechter hem in zijn hok duwt. Ik begrijp dat de diensten en justitie alles op alles moeten zetten om criminelen en terroristen op te sporen, maar dat moet wel binnen de kaders van wetten.”
Toetsing door rechter
De Nederlandse Orde van advocaten wil dat voortaan in alle spionageoperaties vooraf door een rechter wordt beoordeeld of er mag worden afgeluisterd. Op dit moment vindt deze toetsing pas achteraf plaats; een werkwijze die Plasterk ook in het nieuwe wetsvoorstel wil hanteren.