Rechter: 'FBI is bij onderzoek naar Silk Road zijn boekje niet te buiten gegaan'

De Amerikaanse opsporingsinstantie FBI is bij het onderzoek naar de ondergrondse online marktplaats Silk Road en de vermeende oprichter Ross Ulbricht zijn boekje niet te buiten gegaan. Een rechter heeft afgelopen vrijdag een verzoek van de verdediging om nagenoeg al het bewijsmateriaal af te keuren van tafel geschoven.

De advocaten van Ulbricht claimde dat de FBI bij het verzamelen van bewijs tegen de vermeende Silk Road-oprichter het vierde amendement van de Amerikaanse grondwet zou hebben geschonden. De FBI zou namelijk onrechtmatig de privacy van Ulbricht hebben geschonden met een inval, waarbij een server van Silk Road in IJsland in beslag werd genomen.

Geen officiële verklaring

De rechter is het hier niet mee eens. Ulbricht zou namelijk officieel in een verklaring hebben moeten aangeven dat zijn privacy in het geding is gekomen door de inbeslagname van de IJslandse server om de privacyschending aan te tonen. Dit heeft Ulbricht niet gedaan, waardoor de FBI het vierde amendement niet geschonden kan hebben.

Ulbricht stond overigens voor een lastige keuze. Door aan te geven dat zijn persoonlijke privacy door de inbeslagname zou zijn geschonden zou de vermeende Silk Road-oprichter namelijk ook zijn betrokkenheid bij de ondergrondse marktplaats hebben toegegeven. Deze verklaring had echter niet als bewijsmateriaal gebruikt mogen worden.